top of page

‘Het verhaal’ van de avond willen vertolken…

Aaron Parks trio

Lantaren/Venster, Rotterdam 26 februari 2011
beeld: Robert Tjalondo
door: Kees Schreuders

​gepubliceerd in: Jazzenzo

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schuchter betrad het trio het podium. Aaron Parks begroet het publiek met de Anjali Mudra-groet en begon bescheiden aan een avond met een solide Matt Brewer op contrabas en de originele Craig Weinrib op drums. Naast een enkele standard - Here comes that rainy day - veel eigen werk en nieuwe stukken die zich nog aan het ontwikkelen zijn. Maar ook een opvallende cover van Robert Wyatts' Sea song.
 

Als snel blijkt dat we met twee frontmen te maken hebben. Drummer Weinrib speelt alles behalve standaard. Kordaat, speels, puntig verrassend, soms hink-stap springend over zijn eigen ritmes met handen en sticks. Zowel visueel als qua klank is hij prettig nadrukkelijk aanwezig en zorgt voor de nodige peper in het optreden.

De 24 jarige Parks is klein van stuk en bescheiden in zijn presentatie. Een redelijk virtuoos en origineel improvisator van filmische melodieën tot het meer vrije werk in een aan Ornette Coleman opgedragen stuk. In zijn improvisaties vind je seriële, sferische motieven en kwetsbaar repeterende rifjes, naast soms extatisch samenspel. Met Weinrib die voor de rockachtige invullingen zorgde. Met name die spaarzame momenten waarin piano en drums elkaar aanjagen, waren hoogtepunten waarin de mannen de bescheidenheid achter zich wisten te laten.

Het trio leek als missie al zoekend â€˜het verhaal’ van deze avond te willen vertolken. De speellijst werd ter plekke samengesteld. Grappig was dat er relatief veel bladmuziek op het podium aanwezig was, waar steeds driftig naar gezocht werd op het moment dat besloten was welk volgend nummer te gaan spelen. Vervolgens werd er nauwelijks in gekeken en ontstegen ze die papieren leidraad spelenderwijs.


Parks is geen opzichtig, theatraal muzikant, waardoor de ingetogen uitbundigheid en finesses in zijn spel je makkelijk zouden kunnen ontgaan en de nodige aandacht vraagt bij het luisteren. Je kreeg het als publiek niet ingelepeld, je moest de pianist volgen in zijn muzikale verhalen. Tekenend voor die concentratie was dan ook dat het publiek pas applaudisseerde als de laatste galm van de laatste noot was weggeijld.

Het is niet verwonderlijk dat Parks voor soundtracks bij films wordt ingezet (samen met Terence Blanchard in Spike Lee’s Inside Man en A Tale of God's Will - A Requiem for Katrina -) want de melodieën en akkoorden die hij vindt zijn filmisch en episch. Waarbij vaak de traditionele songstructuur wordt verlaten. Zijn laatste album heeft niet voor niks de titel: Invisible Cinema, de soundtrack voor een film die nog gemaakt moet worden. Thema voor de soundtrack van deze avond was: spelenderwijs tot een verhaal komen.

 

Mini-docu over Aaron Parks' Invisible Cinema

bottom of page