top of page

Bimhuis Amsterdam, 8 september 2012 
beeld: Thomas Huisman
door: Kees Schreuders

​gepubliceerd in: Jazzenzo

 

Onder het motto ‘Swiss Delight’ introduceerde het Bimhuis deze avond twee pianotrio’s uit Zwitserland: Plaistow en het Malcolm Braff Trio.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Plaistow

Plaistow omschrijft zichzelf graag als piano-bass-drums post jazz en hanteert het begrip duur (in de context van tijd) in zijn muziek. Het referereert daarbij aan het door de Franse filosoof Bergson geïntroduceerde begrip durée. Wat we hier zouden kunnen uitleggen als muziek die instinctief ontstaat op het moment zelf, als een soort stream of consciousness.

Het trio onder aanvoering van pianist Johann Bourquenez maakt muziek die in eerste instantie is geënt op minimal music met techno-, dub- en rockinvloeden. Repeterende akkoorden, die via breaks veranderen van lijn of wisselen van ritme. De set wordt aaneengesloten, als een lange zinsnede gespeeld, waardoor de verschillen tussen breaks en nummers wegvallen. Het uitzicht vanuit het Bimhuis op de passerende treinen biedt een toepasselijke metafoor. Als een soort cadans is het percussieve leidend, waarbij de ene keer de piano en de andere keer de drums van Cyril Bondi voortrekker zijn.

Er wordt geduldig en introspectief gespeeld, elkaar scherp in de gaten houdend wanneer er een wissel in zicht komt. Soms worden er als overgang pakkende melodieriffjes gebruikt, soms gaat het ‘kaal’ van het een over in het ander. Door de wisselingen in ritme, variërend van onstuimige breakbeats tot ruisend metronomisch, verschuift telkens het timbre. Door het repeterende komt er ruimte en aandacht vrij voor de boventonen, die soms als een melodielijn op zich, boven de instrumenten hangen.

Er wordt de tijd genomen om volgende motieven in te zetten. De set krijgt daardoor iets bezwerends en trekt de aandacht. Dit komt in het slotstuk goed tot uiting met een enkele unisonoslag. Plaistow laat deze telkens een aantal tellen terug vallen in rustende stilte, daarbij wachtend op de volgende slag.

Een optreden dat met weidse gebaren door de opbouw en verschuivingen, een ander soort fascinatie weet te wekken. Het vraagt een wat langere adem, maar Plaistow weet je mee te nemen in een spoor van onderhuidse subtiele ontladingen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Malcolm Braff Trio

In tegenstelling tot het bedachtzame van Plaistow, geeft dit trio zich over aan uitbundige etno-grooves, gebaseerd op Braziliaanse en Afrikaanse maatsoorten. Niet verwonderlijk als je weet dat de imposant ogende Braff in Brazilië, Kaapverdië, Senegal en India heeft gewoond.

De grooves worden neergelegd door een laid back spelende Reggie Washington op elektrische bas. En een vinnig spelende Lukas Koenig op drums, die Braff nauwgezet in de gaten houdt wanneer hem ruimte wordt gelaten om zaken op scherp te zetten. Braff zelf deconstrueert en vliegt melodieën graag op eigen wijze aan tot een ritmische matrix gevonden wordt. En er naar een apotheose gewerkt kan worden, die de ene keer beter uitpakt dan de ander.

Braffs spel kenmerkt zich door het vele gebruik van en zoeken naar akkoorden en de soms raga-achtige aanpak. Naast de eigen composities worden ook nummers als ‘Sexy M.F.’ van Prince en Baden Powell’s ‘Berimbau’ door dit trio van een voor hun kenmerkend expressief grid voorzien. Het optreden is soms wat overvloedig en te gretig, maar wel oprecht en met speelplezier vanuit de onderbuik gespeeld.

De met minimale middelen geduldig gerekte spanningsboog van de Plaistowset en de vele bevlogen akkoorden en ritmes van het energieke Malcolm Braff Trio zorgden, rug aan rug geprogrammeerd, voor een boeiende avond.

Introspectie versus bevlogenheid bij ‘Swiss Delight’

Plaistow en Malcolm Braff trio

Plaistow met ‘Lacrimosa’

bottom of page