top of page

Goudsmit/Fraanje/Mahall/Rohrer,

Beauforthuis Austerlitz, 31 mei 2012 

beeld: Stef Mennens (De foto's bij deze recensie zijn gemaakt tijdens het concert op 1 juni in de Paradox in Tilburg)

door: Kees Schreuders

gepubliceerd in: Jazzenzo

 

 

 

In een voormalig kerkje, dat tegenwoordig dienst doet als een kleine theaterzaal in de bossen van Austerlitz, trad deze viermansformatie aan,  om opnames te maken voor een eventuele cd. Gitarist Anton Goudsmit en pianist Harmen Fraanje hebben al regelmatig met elkaar gespeeld, met name met Eric Vloeimans binnen de groep Fugimundi. Zij nodigden twee van hun favoriete muzikanten uit de Europese improvisatiescene uit om met hen, onder de projectnaam ‘Klodder’, op avontuur te gaan. Dat werden de Duitse basklarinettist Rudi Mahall (onder andere bekend van de avant-garde formatie Der Rote Bereich) en de Zwitserse slagwerker Samuel Rohrer. Een gezelschap muzikaal ruimdenkende geesten, die het experiment durven en kunnen aangaan.

  

Om maar meteen met de deur in de kerk te vallen, er werd zonder zaalversterking gespeeld. Waardoor de klank- en volumebalans tussen de instrumenten op het podium zelf waarschijnlijk perfect was, maar in de zaal veel te wensen overliet. Met name de klarinet en drums overheersten -  waarschijnlijk onbedoeld - het spectrum. Fraanje was vaak alleen redelijk te horen in de duetten met Goudsmit. Erg jammer.

Je was getuige van een concert waarvan de Begeisterung en bezwering zichtbaar, maar nauwelijks invoelbaar was en qua overtuiging ergens halverwege bleef steken. Op zich vraagt het gespeelde abstracte genre al de nodige concentratie om de schittermomenten te kunnen vangen, maar nu bleef het erg afstandelijk. Je zou de opnames terug moeten horen om een recensie te kunnen schrijven die waarschijnlijk meer recht zou doen aan de muzikaliteit van deze avond. 

Maar dat is ook de charme van live-optredens, soms word je geraakt en soms blijft het ergens hangen. Het was bij flarden spannend en de mannen, die allemaal vrij solistisch begonnen, kregen gaandeweg meer interactie. Er braken bij tijd en wijle glimmertjes van sprankeling door de weerstand heen, zoals in de Afro-Latin getinte toegift en de Fraanjecompositie â€˜Stuiter Sjaak’.

Geconcentreerd leidden in elkaar gevlochten solo- en groepsimprovisaties bij tijd en wijle tot thematisch lijkende frases. Met Rohrer die soms ruisend en dan weer gruizig ritmetapijten weefde. Met Goudsmit die zich meestal wist in te houden met mooi getokkelde akkoorden, knagende melodieën en flageoletten, maar het af en toe ook niet kon laten even te raggen. Partijen waarin een altijd op scherp staande Fraanje in conversatie ging met de groep. Met Mahall die soms piepend en knorrend en dan weer melodie-achtige solo’s speelde.

Frappant was dat er ondanks alle vrijheid die muzikaal genomen en gegeven werd, er toch veel van papier werd gespeeld. Een komisch moment deed zich voor toen een van de opnamemensen de pianokruk kwam wisselen omdat die kraakte, maar Fraanje deze toch weer terug wisselde.

De werktitel ‘Klodder’ is als beeld zeker toepasselijk en deed denken aan de bekende documentaire waarin Karel Appel zijn werkwijze laat zien en toelicht. In Austerlitz ging het om klankklodders, door anderen weer uitgesmeerd tot fladderige melodieflarden of voorzien van een tweede laag of kleur. Eigentijds geïmproviseerde klankconversaties met een dosis lyrisch experiment en energie.

Klankklodderen met Goudsmit, Fraanje, Mahall & Rohrer

 

bottom of page